Marjolein is bang. Ze staat bovenaan de duikplank en kijkt angstig naar beneden. Net als ze zich wil omdraaien om terug te lopen, gebeurt het.
Eerst drie, dan vijf en uiteindelijk dertig stemmen scanderen haar naam. “Marjolein! Marjolein! Marjolein!” Verbaasd kijkt Marjolein om zich heen. Wat gebeurt er nu? Enigszins ontdaan loopt ze naar de rand van de plank. Met de armen stijf langs het lichaam kijkt ze naar beneden. En draait weer om.
Maar de klas geeft niet op. “Marjolein! Marjolein! Marjolein!”
“Kom op, meid,”denk ik, “spring! Daar ga je je hele leven nog plezier van hebben. Nooit zul je vergeten hoe je je van de duikplank sprong onder de bezielende aanmoediging van je hele klas.”
Marjolein loopt nog één keer naar voren…kijkt om zich heen, haalt diep adem en springt. Heel de klas juicht en alle andere zwembadbezoekers klappen in gedachten mee! Yes, Marjolein, you did it!
(na Marjolein ging ook de juf)